dinsdag, maart 07, 2006


Stereotypen II: onjuiste opvattingen?

In NRC/HB van 6/3/2006, p. 18, een stukje over kleding en politieke partijen. Stropdas? Zal wel een VVD'er zijn. Nanette Catoen.

Daniel Wigboldus, hoogleraar sociale pschychologie van de Radboud Universiteit Nijmegen, stelt dat stereotypen cultureel gebonden zijn en zich vormen door opvoeding, op school en via de media.

Als 'cultureel gebonden' betekent 'cultuur gebonden', lijkt dat me wel te kloppen.

Maar daarna komt het. 'Als we keer op keer in de media een VVD'er met een stropdas zien, gaan we automatisch VVD'ers met stropdassen associeren.' Het is leuk bedacht, maar zelfs Skinner heeft het nooit zo extreem gesteld.

En alsof dat nog niet genoeg is: 'Daarnaast speelt de eigen observatie een rol bij stereotypering. Als een bepaald beeld continu bevestigd wordt door eigen ervaringen, blijft het in je hoofd zitten.' (citaat uit het artikel, niet letterlijk van Daniel.)


Veel mensen denken bij Engelsen aan theedrinken. Als je in Engeland bent en je ziet iemand theedrinken, dan wordt de associatie nog sterker, bijna automatisch. ... Dit is functioneel, omdat we anders al die informatie die we binnenkrijgen op een dag niet goed kunnen verwerken.


Bij tegenstrijdige informatie zullen mensen een verklaring gaan zoeken voor de tegenstrijdige informatie, denkt hij ook nog.

Maar het blijft moeilijk om van de vooroordelen af te komen. Wigboldus: 'Ons informatieverwerkingssysteem doet zijn uiterste best om stereotypen in stand te houden, omdat anders het hele systeem omgegooid moet worden.'

Het interessante hier is volgens mij dat Wigboldus er geen flauw idee van heeft hoe vooroordelen in het leven komen en waar ze toe dienen. Bijna alles wat hij zegt, klopt niet.

1. Om te beginnen is de bron van een vooroordeel niet de eigen observatie. Mensen observeren slecht en als ze observeren, trekken ze daar geen conclusies uit.

2. Wat wel klopt, is dat vooroordelen worden geleerd. Misschien dat daar de verwarring door ontstaat. Maar een vooroordeel wordt niet geleerd doordat je het voorgedaan krijgt. Je leert het vooral doordat het je verteld wordt (expliciet of impliciet).

3. Het leren van een associatie als Engelsen -- thee drinken is heel mooi maar helpt de informatieverwerking amper, lijkt me. Vraag je eerst eens af wat het doel van die informatieverwerking is.

4. Bij tegenstrijdige informatie gaan mensen geen verklaring zoeken. Ze negeren die informatie of ze zeggen dat die informatie niet van belang is.

5. De functie van een vooroordeel is niet de informatieverwerking te structureren, lijkt me. Want die informatieverwerking hadden we ook al miljoenen jaren voordat we vooroordelen hadden.

Als dit de heersende opvattingen over stereotypen zijn onder sociaal-psychologen dan valt er kennelijk nog wel wat uit te leggen en recht te zetten.

Maar mogelijk is het in de spur of the moment heel anders in de krant gekomen dan Wigboldus bedoelde. Het zou niet de eerste keer zijn.